Pneumatisch transporteren

Tijdens de pioniersfase van het pneumatische transport richtte de vraag zich grotendeels op het vervoer van levensmiddelen, zoals graan en meel. Vandaag de dag worden dergelijke installaties gebouwd voor een breed scala aan toepassingen, zoals het vervoer van

  • goederen in de vorm van stofdeeltjes (bloem, cement)
  • goederen van het type korrels (dragees, granulaat, pellets)
  • stukgoederen (pneumatische buistransportsystemen) en
  • gemengde goederen.

Voor deze sectoren gelden speciale eisen. Stukgoed kan bijvoorbeeld tijdens transport niet worden gemengd met korrels van verschillende grootten. Bovendien mogen de goederen niet tegen elkaar schuren omdat dit zou leiden tot slijtage. Dit is net zo belangrijk voor explosief granulaat als voor het voorkomen van statische elektriciteit.

Schenkbare goederen kunnen over het algemeen worden vervoerd met systemen voor transport onder vacuüm of met perslucht.

Druktransportinstallatie

Een blower brengt de lucht die wordt aangezogen uit de atmosfeer op het vereiste drukniveau. Door de overdruk stroomt de lucht in de transportleiding. Een roterende luchtsluis geleidt de getransporteerde goederen in de transportleiding. Lucht en goederen stromen door de transportleiding in de scheidingsinstallatie, die de goederen uit de lucht scheidt. De lucht stroomt door de schone-luchtleiding terug naar buiten. De getransporteerde goederen verlaten de scheidingsinstallatie en worden vervolgens opgeslagen, getransporteerd of verwerkt. De verplaatsing van de goederen hangt af van de transportmiddelen en de constructie van de transportinstallatie.

Vanwege het geringe drukverschil dat beschikbaar is voor transportsystemen op basis van aanzuiging, hebben pneumatische transportinstallaties op basis van aanzuiging een grotere leidingdiameter dan transportsystemen op basis van druk, maar blijft het volume van getransporteerde goederen gelijk.


Zuigtransportsystemen

De aangezogen lucht creëert een mengsel van lucht en getransporteerde goederen in de transportleiding. Het transportapparaat zuigt het granulaat weg uit de zeeffilter. Bedrijfsgegevens: Bedrijfsdruk is tussen –200 millibar en –500 millibar. De luchtsnelheid in de transportleidingen bepaalt het werkingsprincipe. Deze snelheid is, afhankelijk van de getransporteerde goederen, ongeveer 20 m/s tot 23 m/s.

De vacuümpomp moet zo zijn ontworpen dat de luchtsnelheid in de transportleidingen niet onder de minimale snelheid daalt (dus ook niet in de machine die zich het verste weg bevindt) en dat er zich geen proppen vormen. Dit vereist een hogere luchtsnelheid ter hoogte van de pomp. Hoge transportsnelheden leiden echter tot verhoogde slijtage van de leidingen en tot slijtage van de goederen. Daarom is het selecteren van de optimale luchtsnelheid of blower van het allergrootste belang. Optimale luchthoeveelheden kunnen worden bereikt bij moderne transportinstallaties met frequentie-geregelde vacuümpompen.